‘De ongebonden sporter neemt het roer over in Amsterdam.’
In samenwerking met de Johan Cruyff Academy van de Hogeschool van Amsterdam hebben wij een hoorcollege en vraaggesprek met Amsterdamse politici en leden van de Sportraad georganiseerd voor de studenten van de minor Cruyffiaanse Waardecreatie in de Sport van Morgen.
De studenten van deze minor bestuderen aan de hand van een aantal onderwerpen de toekomstvisie van de sport. Aan het eind van de minor wordt van de studenten verwacht een essay te schrijven over de kansen en uitdagingen voor de stad Amsterdam.
De opiniestukken van Joomay Odjo en Linde Fleuren over de ongebonden sporter kwamen het best uit de bus. Hieronder leest u het verhaal en de oproep van Joomay.
De ongebonden sporter neemt het roer over in Amsterdam.
Creëer meer sportvriendelijke openbare ruimte in Amsterdam
Het is druk in Amsterdam en in de afgelopen jaren is de drukte alleen nog maar gegroeid. Niet alleen in het centrum of straat, maar ook de parken worden steeds drukker. Door corona zijn steeds meer mensen buiten gaan sporten en dat zorgt voor overvolle parken. Daardoor is de sportvriendelijke ruimte in Amsterdam vol aan het raken en dat kan wat mij betreft anders.
Sportstad met ambitie
Amsterdam is een stad vol met ambities. Op het gebied van sport heeft Amsterdam zich als stad in de afgelopen jaren flink ontwikkeld. In 2008 werd door voormalig wethouder van Amsterdam, Carolien Gehrels, het plan gemaakt om Amsterdam de sportstad van Nederland te maken (Het Parool, 2008). Dit plan werd een aantal jaren later door vertaald in de Sportvisie 2025 Amsterdam: de sportieve stad. Hebben deze plannen al voor resultaat gezorgd? Deels wel. Zo werd Amsterdam in 2016 uitgeroepen tot topsportstad van het jaar (Gemeente Amsterdam, 2016, pp.1) en organiseerde Amsterdam de afgelopen jaren een aantal succesvolle internationale en nationale sportevenementen, waaronder het WK Roeien in 2014, het EK atletiek in 2016 en de Urban sportweek in 2017 (Sportraad Nederland, 2017).
Ook de sportparticipatie onder bezoekers is flink toegenomen. In 2017 lag het percentage Amsterdammers dat 1 keer of meerdere keren per week sportte op 69%. Dit percentage is ruim 2% hoger dan het landelijk gemiddelde van 67% (Gemeente Amsterdam, NOC*NSF, GFK, 2017, pp.21). Daarnaast gooit Amsterdam op internationaal niveau hoge ogen op het gebied van sport. In februari 2020 bekleedde Amsterdam een 36e positie op de jaarlijkse ranglijst van de 50 beste sportsteden in de wereld (Burson Cohn & Wolfe, 2020). Amsterdam is daarmee de enige Nederlandste stad in de top 50, maar er is nog ruimte voor verbetering.
Onvoldoende sportaanbod
Na het lezen van bovenstaande sportontwikkelingen zou je denken dat het wel goed zit in Amsterdam. Er is sprake van een positieve ontwikkeling, maar wat mij betreft is er zeker ruimte voor verbetering. Als er wordt gekeken naar de sportparticipatie ligt dit percentage boven het landelijk gemiddelde, maar toch is er ook nog ruim 30% die helemaal niet sport. Deze groep, die minder of helemaal niet sport, bestaat voornamelijk uit de groep kwetsbare Amsterdammers, vaak met een lager inkomen en minder mogelijkheden (Gemeente Amsterdam, 2019, pp 39). Om deze groep aan te zetten tot sporten is een goed en gevarieerd sportaanbod nodig en dat is juist waar het naar mijn mening in veel delen van Amsterdam nog aan schort. Een grote groep Amsterdammers moet ver reizen om te kunnen sporten. Simpelweg omdat er voor hen geen of weinig ruimte is om te sporten in hun eigen omgeving. Zelf ben ik daartoe wel bereid als topsporter, maar niet iedereen heeft de motivatie om ver te reizen voor een simpele looptraining. Daar moeten wat mij betreft andere oplossingen voor komen.
Amsterdam in beweging
In tegenstelling tot de relatief hoge sportdeelname in Amsterdam zien we een duidelijk lager percentage dat voldoet aan de bewegingsnorm. Slecht 47% van de Amsterdammers beweegt voldoende. Onderzoek op dit gebied wijst erop dat de fysieke omgeving een belangrijke rol speelt bij de mate van beweging van een persoon. Voldoende en diverse sport- en beweegmogelijkheden op buurtniveau zijn een belangrijke voorwaarde voor verleiden van mensen om te gaan bewegen (Gemeente Amsterdam, 2019, pp. 8). Om meer mensen in beweging te krijgen moet er dus daadwerkelijk ruimte worden aangeboden waar er bewogen en gesport kan worden.
Sporten in een nieuwe vorm
Het aanbod en ook de ruimte om te sporten in Amsterdam moet dus worden verbeterd, maar het is vooral belangrijk om dit af te stemmen op de behoefte van de ‘Sportende Amsterdammer’. Als het sportaanbod een bepaalde doelgroep niet aanspreekt gaat men niet sporten. Tegenwoordig is de manier waarop Amsterdammers sporten niet meer te vergelijken met 10 jaar geleden. De sportverenigingen staan onder druk, het aantal leden neemt af en de nadruk verschuift steeds meer naar de ongeorganiseerde sport. Steeds meer mensen sporten alleen of in ander verband en zijn niet meer gekoppeld aan een sportvereniging. Ook valt op dat de sportparticipatie van de ongebonden sporter zich vooral in de openbare ruimte afspeelt, waardoor er niet of nauwelijks sportaccommodaties nodig zijn (Golfmarkt, 2018).
Het Mulier Instituut toonde in een onderzoek uit 2017 al aan dat voor 80% van de bevolking een officiële sport niet de meest ideale activiteit is om te bewegen. Ook kwam in dit onderzoek naar voren dat 37% van de Nederlandse bevolking kiest voor activiteiten in de openbare ruimte tegenover nog maar 26% die graag bij een verenging sport. De overige 37% koos voor regelmatig sporten, met enige begeleiding en in het gezelschap van anderen (Mulier Instituut, 2017).
Op weg naar de toekomst
Het is dus al jaren bekend dat ongeorganiseerd sporten de meest populaire sportvorm is onder Nederlanders en Amsterdammers op dit moment. Des te opvallender dat er in de Sportvisie 2025 in Amsterdam dan ook geen duidelijke plannen staan om het sporten voor deze groep toegankelijker te maken. Het wordt benoemd als een uitdaging, waar naar mijn mening op dit moment nog onvoldoende mee wordt gedaan. Maar er zit een positieve vooruitgang in. In de Agenda Sporten en Bewegen 2019 – 2022 van de gemeente Amsterdam wordt EINDELIJK bevestigd dat het grootste deel van de Nederlander ongeorganiseerd sport. ‘De metingen van de sportdeelname index en de Sportmonitor 2017 bevestigen dat de meerderheid van de sportende volwassen dat niet (meer) in verenigingsverband doet’ (Gemeente Amsterdam, 2019, pp. 30).
Helaas leiden deze bevindingen in de Agenda Sporten en Bewegen nog niet tot concrete ideeën en oplossingen voor de ongebonden sporter. Het is tijd voor vernieuwing in Amsterdam en de ongeorganiseerde sport in Amsterdam snakt naar nieuwe initiatieven. Zoals Johan Cruijff het ooit mooi verwoordde: ‘Soms moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt’.
En het duurde niet lang totdat er iets gebeurde, want in de afgelopen maanden kregen we te maken met de Corona-pandemie / of COVID-19 en dit zorgde voor een nog snellere groei van de ongebonden sport.
De georganiseerde sport werd maandenlang stilgelegd en ook ik als topsporter werd gedwongen tot trainen en sporten in de openbare ruimte. Inmiddels zijn we alweer een tijdje uit de slimme of intelligente lockdown en mogen we weer meer trainen, maar de impact van de corona-crisis op de ongeorganiseerde sport was enorm. De parken stroomden vol met kleine bootcamp of cross-fit groepjes en op iedere hoek van de straat was wel iemand aan het hardlopen. Ook de openbare sportvelden werden massaal door jongeren bezocht. De ongebonden sporter is veel flexibeler en kan zich veel makkelijker aanpassen aan verandering in zijn of haar omgeving. Deze creatieve nieuwe vorm van sporten noemde Johan Cruijff ooit ‘de schoonheid van de sport’. En het feit dat de ongebonden sport groeide tijdens de coronacrisis heeft een positieve impact gehad op de gezondheid van de Amsterdammer. Zo vertellen EOS wetenschappers dat sporten onze natuurlijke weerstand verbeterd en dat het ons immuunsysteem versterkt in de strijd tegen het coronavirus (Verweire, 2020). ‘Elk nadeel heeft zijn voordeel’.
De ongebonden sporter verdient meer aandacht
Ik hoop dat ik jullie heb overtuigd van het feit dat de ongebonden sporter meer aandacht verdient. Wat mij betreft moet er per direct worden geïnvesteerd in het verbreden van het sportaanbod in de openbare ruimte in Amsterdam. Focus daarbij wel op de behoefte van de ongebonden sporter, ga met hen in gesprek indien nodig om die behoeften beter in kaart te brengen. Mijn visie is dat in de toekomst recreatie, ontspanning, vermaak en sport steeds meer zullen samensmelten. Het doet mij denken aan de hardlooproute in Eindhoven, waar lantaarns op straat gaan branden als je er aan het hard lopen bent. Prestatie wordt beloond met spelelementen en zo wordt gamification ook steeds zichtbaarder in de sport van morgen (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2020).
Ook denk ik dat het slim is om te gaan kijken hoe de huidige sportaccommodaties en vereniging gekoppeld kunnen worden en invulling kunnen geven aan de behoefte van de ongebonden sporter. Wat mij betreft zouden daarbij ook innovatie ondernemers met goede ideeën het gesprek met de Sportraad Amsterdam en Gemeente Amsterdam moeten aangaan. ‘Alleen kun je niets, je moet het samendoen’ en zo is het Johan.